Het ss "Falcon" in nood
Op zaterdagmorgen, 4 december 1954, keerde de sleepboot "Noord-Holland" na een reis van vier maanden terug in de haven van IJmuiden. Tegen twaalf uur was de bemanning afgemonsterd, die daarop naar huis ging om bij moeder de vrouw het Sinterklaasfeest te vieren. "s Middags werd het stormweer uit zuidelijke richting, terwijl Scheveningen Radio een waarschuwing uitseinde voor zware storm, draaiend naar het noordwesten.Het werd nog erger; nadat de wind gedraaid was bereikte deze orkaankracht (kracht 12).Op het kantoor van Bureau Wijsmuller besloot men de bemanning van de "Noord-Holland", die pas een paar uur thuis was, terug te roepen. Kapitein H. van der Burg, toen woonachtig in Den Helder, zat nog maar net in zijn stoel, toen het bericht kwam, dat hij onmiddellijk terug moest komen. Dezelfde avond om acht uur ving Scheveningen Radio noodsignalen op van het Noorse houtschip "Mimona". Dit schip dreef stuurloos rond zeventig mijl ten noorden van Terschelling De "Mimona"meldde dat het schip dwarszee lag en dat de machinekamer water maakte. De sleepboot "Holland"van Rederij Doeksen op Terschelling en de "Noord-Holland" van Wijsmuller boden, op de voorwaarden van Lloyd 's Open Form 'No Cure-No Pay', hun diensten aan. De gezagvoerder van de Noor seinde terug, dat hij de sleepboot, die er het eerste was, zou accepteren. Kort daarop kwamen er noodsignalen van het Panamese vrachtschip "Falcon"- in 1943 in Vancouver gebouwd; groot 7.182 ton - dat, geladen met kolen, vijftig mijl ten noordwesten van Vlieland was lek geslagen. Uit de signalen van de Panamees was op te maken, dat de kapitein de toestand van het schip hopeloos vond. De "Falcon" maakte zware slagzij en lag gestopt. De IJmuider Trawler "Klaas Wijker", IJM 85, was in de nabijheid om eventueel de bemanning op te pikken. Omdat duidelijk was, dat de "Holland" vanuit Terschelling eerder bij de "Mimona" kon zijn bood de "Noord-Holland" de Panamese vrachtvaarder haar diensten aan, die direct werden geaccepteerd. De kapitein van de"Falcon" vroeg de "Noord-Holland" de grootst mogelijke spoed te betrachten. Kort daarop voer de sleepboot de pieren van IJmuiden uit, de kokende, inktzwarte zee op. De met vol vermogen varende sleper, die recht tegen de storm inging; kreeg door de hoog opgejaagde golven zware stortzeeën te verwerken. Stampend en zwaar slingerend ploegde de sleepboot zich door de golven, terwijl de marconist, Piet Kalkman, voortdurend met zijn Panamese collega in verbinding stond. De "Falcon" meldde, dat er een scheur aan bakboord zijde was, die doorliep tot aan het dek. Bovendien stond de machinekamer blank en lag het voorschip diep in het water. Na een barre tocht arriveerde de volgende morgen om zes uur de "Noord-Holland" bij het Panamese schip. De trawler "Klaas Wijker" was de hele nacht trouw in de buurt van de "Falcon" gebleven.
Ondertussen was ook de "Cycloop" met kapitein A.Broek, en de chef nautische dienst van Wijsmuller, kapitein M. de Koe, aan boord onderweg naar de Panamees om bij het moeilijke karwei te assisteren. Voorlopig moest de "Noord-Holland" echter alléén de klus zien te klaren. Met een vuurpijl werd een dunne lijn van de sleepboot naar het vrachtschip overgeschoten, waarmee een zwaardere 'drijflijn' kon worden ingehaald. Daarna volgde, na enige tijd, het eerste stuk van de zware sleeptros, de zgn.'voorloper' die op de "Falcon" werd vastgemaakt.
De Noord Holland doet een poging om vast te maken.
Langzaam zette de "Noord-Holland"met haar sleep koers naar IJmuiden. De tros, die op de "Falcon" vast stond, was door de bemanning van dat schip over de rand van de voorsteven vastgemaakt, waardoor er een knik in de zware sleepdraad kwam. Na een uur slepen brak de tros hierdoor en moest de bemanning van de sleepboot de gebroken tros weer aan boord hieuwen, voordat opnieuw een sleepverbinding kon worden gemaakt. Deze tegenslag bleek te veel te zijn voor de bemanning van de "Falcon". Terwijl de sleepbootbemanning bezig was een nieuwe tros klaar te maken, verliet de équipage van de vrachtvaarder, in twee sloepen, hun zinkende schip. Ondanks de hoge zeeën wist de trawler "Klaas Wijker"de negenentwintig opvarende uit de sloepen veilig aan boord te nemen. Een knap staaltje van zeemanschap van de IJmuider vissers. Ondanks het contract van de sleepboot met de kapitein van de vrachtvaarder, wilde de schipper van de trawler nu de kapitale 'job'in de wacht slepen. Onder de vissers leeft, ten onrechte, nog steeds de opvatting, dat een verlaten schip 'buit' is voor wie het binnen brengt. Bij een poging om het schip vast te maken, werd de trawler door de woeste golven tegen de "Falcon"gegooid, en wel met zo'n klap, dat de achtersteven van het vissersschip ernstig werd beschadigd. Toch hadden twee matrozen van de trawler kans gezien op de Panamees over te springen. Op de "Noord-Holland" had men de pogingen om vast te maken van de "Klaas Wijker" gezien. De daarop tussen beide schepen over de radio gevoerde gesprekken waren, op zijn zachtst gezegd, nogal 'pittig'. De schipper van de trawler wist het echter 'beter' en riep de hulp in van andere vissersschepen op de Noordzee. Toen echter bleek, dat hij niet in staat was aan de "Falcon" vast te maken en zijn reder hem verdere pogingen daartoe verbood, vroeg hij kapitein van der Burg zijn mensen van boord te halen. De sleepbootkapitein had echter wel iets anders aan zijn hoofd en verzocht hem met zijn schip uit de weg te gaan. Inmiddels was ook de "Cycloop" op het toneel verschenen, die kapitein de Koe met enige mensen op de "Falcon" overzette. Nadat kapitein van der Burg zijn schip onder de voorsteven van de Panamees had gemanoeuvreerd, kon met een werplijn een nieuwe sleepverbinding worden gemaakt, en ditmaal werd de sleeptros vakkundig vastgezet.
In de loop van
de middag maakte ook de "Cycloop"vast, waarna het konvooi koers zette naar
IJmuiden. De "Falcon" was inmiddels half gebroken; de grote scheur liep van de
stuurboordwand naar het midden van het dek. In de machinekamer stond het water vierenhalve
meter hoog. Toen de kapitein van de "Falcon" zag dat zijn schip op sleeptouw was
genomen, kwam hij met zijn marconist terug op zijn schip. In de loop van de avond begon
het wrak echter zo onheilspellend te kraken, dat hij niet aan boord durfde blijven en met
zijn marconist en de twee vissers van de trawler door de inmiddels ggearriveerde
reddingsboot "Dorus Rijkers" van boord werd gehaald. Het werd voor de bergers
van Wijsmuller een lange en koude nacht op de "Falcon" Wel bleef de reddingsboot
steeds in de buurt, maar ja, als-ie brak? Heel langzaam kroop de sleep naar IJmuiden.
'Drijfwerk' maar meer snelheid zou betekenen, dat het schip zeker zou breken. In de loop
van de volgende morgen, maandag 6 december, was de storm iets afgenomen en kwam de
Panamese kapitein met zijn marconist weer terug op zijn zinkende schip. De vrachtvaarder
was inmiddels nog dieper komen te liggen; in de machinekamer stond het water nu zes meter
hoog. Tegen de middag werd IJmuiden bereikt, waarna de sleepboten hun trossen inkortten.
Vlak voor de pieren begon de "Falcon" zo angstwekkend te kraken dat het zelfs
voor de geharde bergers aan boord van het schip te erg werd en zij door de "Dorus
Rijkers" van boord werden gehaald.
Via de radio van de reddingsboot gaf kapitein de Koe zijn collega van der Burg de raad het wrak op het strand te zetten. Deze geloofde echter niet dat het schip nu zou breken en zette , vergezeld van de "Cycloop", koers naar de havenmond van IJmuiden. Vlak voor de ingang van de pieren kwam de "Falcon" dwars te liggen, maar door meesterlijk te manoeuvreren konden de sleepboten het Panamese schip de pieren binnen slepen. In de monding van de pieren werd het schip door een aantal havensleepboten overgenomen, die het in de Berghaven, bij de Hoogovens, aan de grond zetten. Toen men hiermee bezig was, arriveerde ook de "Holland" van Doeksen met de "Mimona" op sleeptouw in IJmuiden.
Vlak voor de pieren van IJmuiden kwam de Falcon dwars te
liggen,
links de Noord Holland rechts de Cycloop.