Kerstcruise werd rampreis
het trieste einde van de "Lakonia"
Wat voor 651 passagiers, Engelsen en Ieren, volwassen en kinderen een ontspannen zeereis had kunnen worden, even weg uit het kille, mistige Engeland, liep een paar dagen later uit op een ramp , toen het grote passagiersschip waarop ze reisden, de "Lakonia" van de Greek Line, doorbrand werd verwoest, waarbij 129 opvarenden het leven lieten. Donderdag 19 december 1963was het schip, de voormalige "Johan van Oldenbarneveld" van de Stoomvaart Mij Nederland, uit Southampton vertrokken met 1036 opvarenden, passagiers en bemanningsleden. Op het programma stond een elfdaagse Kerstcruise, met als belangrijkste bestemmingen Madeira, Tenerife en Las Palmas, waarna via Le Havre weer naar Southampton zou worden gekoerst, met als aankomstdatum daar maandag 30 december.
Op vrijdag 8 maart 1963 arriveerde de
"Johan van Oldenbarneveld" in Genua, waar ze werd overgedragen aan de Greek
Line, waarna verbouwingen werden uitgevoerd om het schip geschikt te maken voor de
cruisevaart. Sinds april 1963 was het cruiseschip in de vaart, met Southampton als
vertrek- en aankomsthaven. In de loop van 1963 bleek dat het inmiddels 32 jaar oude schip
met motorproblemen te kampen kreeg, waardoor het moeilijk werd zich aan het vaarschema te
houden en ze daardoor achterop raakte in haar cruise programma.
Na een dokbeurt en na ontvangst van een vernieuwd veiligheidscertificaat kon ze
uiteindelijk donderdag 19 december geheel volgeboekt voor haar kerstcruise vertrekken.
De "Johan van Oldenbarneveld" (19.040 brt.) was
voor de Stoomvaart Mij Nederland gebouwd door de
Nederlandsche Scheepsbouw Mij te Amsterdam, waar ze zaterdag 3 augustus 1929 te water werd
gelaten.
In mei 1930 werd het schip gereed gemaakt voor haar eerste rondreis naar Nederlands
Indië. Op de foto
boven" de "Johan van Oldenbarneveld" in het Noordzeekanaal ter hoogte van
Velsen-Zuid, in 1962.
De 'Lakonia" aan de Javakade te Amsterdam, in
haar nieuwe outfit,
de romp wit en de schoorstenen in de kleuren van de Greek Line.
De stemming onder de passagiers was
opperbest, maar helaas sloeg zondag 22 december, de dag voor Madeira als eerste bestemming
zou worden bereikt, het noodlot toe toen om 10 uur 's avonds een uitslaande brand werd
gerapporteerd in een kapsalon op het bovendek. Het vuur verspreidde zich razendsnel door
het schip, en rond middernacht stond de "Lakonia" van voor tot achter in
lichterlaaie. Intussen was de evacuatie van passagiers en bemanning langzaam en moeizaam
op gang gekomen, waarbij zich chaotische taferelen afspeelden toen bleek dat alle
reddingboten aan bakboord waren verbrand en alleen de sloepen aan stuurboord konden worden
gestreken. Daar een groot deel van de bemanning hun eigen hachje gered hadden door het
schip te verlaten, en de passagiers aan hun lot hadden overgelaten, probeerden deze de
sleopen zelf te strijken, wat slechts met grote moeite lukte, enkele boten sloegen om, en
sommigen vielen van grote hoogte op het water.
De marconist van het brandende schip had inmiddels zijn laatste dringende SOS uitgezonden:
"" Ik kan niet langer in de radiohut blijven. Wij verlaten het schip. Zend
onmiddelijk en zo snel mogelijk hulp!
Het Engelse vrachtschip 'Montcalm"
arriveerde als eerste op de plaats van de ramp. Zij meldde dat de Griek van voor tot
achter in brand stond en ook dat er zich aan boord ontploffingen voordeden. Ook andere
schepen kwamen te hulp, zoals het britse vliegdekschip "Centaur", het
Argentijnse passagiersschip "Salta" en het Belgische vrachtschip
"Charlesville".
Verder wijzigden twee schepen van de Stoomvaart Mij Nederland, De "Balong" en de
"Sumatra", hun koers en voeren enige tijd rond in het rampgebied, waarbij de
"Balong"meldde dat men vier lijken aan boord had genomen.Dankzij deze
grootscheepse reddingactie konden de meeste opvarende worden gered, maar voor 129 van hen
kwam de redding te laat. Zij overleden aan boord door verstikking in de rook of later door
verdrinking of als gevolg van uitputting.
Vanaf het Britse vliegdekschip "Centaur" werd de
gehele bergingsoperatie gecoördineerd.
De "Balong" (links) en de "Sumatra" van
de S.M.N. waren aanwezig bij de reddingactie.
Ten tijde
van deze ramp lag de sleepboot "Poolzee"van L.Smit & Co's Internationale
Sleepdienst in Lissabon, waar ze een sleep zou ophalen met bestemming Amsterdam.
Midden in de nacht kwam de scheepsagent aan boord met het bericht over de ramp aan boord
van de "Lakonia", waarna er al snel werd besloten er op af te gaan. Iedereen
werd uit zijn kooi geport, de motoren gestart en op volle kracht spoedde de
"Poolzee" de haven uit. Nadat de sleepboot op volle zee was werd pas
radiocontact gezocht met de "Lakonia". Dit om de concurrentie , in de vorm van
twee Portugese sleepboten, de "Praya Grande" en Praya d'Adagra, die ook te
Lissabon lagen, voor te zijn.
Van het Britse vliegdekschip "Centaur", die de gehele reddingoperatie
coördineerde, vernam men op de "Poolzee" dat er zich niemand meer op de
"Lakonia"bevond, zodat er alleen maar uitgeluisterd werd om onze positie niet te
verraden. Vanuit Gibraltar was namelijk ook de Noorse sleepboot"Hercules"op weg
naar de "Lakonia" en ook uit Marokkaanse havens waren sleepboten onderweg naar
de opgegeven positie. Op woensdag 25 december, eerste kerstdag, nam men aan boord van de
"Poolzee" dikke rookwolken aan de horizon waar, zodat het voor de sleepboot een
stuk makkelijker werd om de positie van de "Lakonia"te bepalen. Onderweg zag men
aan boord van de "Poolzee" nog verschillende sloepen drijven, die echter na
inspectie allen leeg bleken te zijn. Al spoedig kwam de "Poolzee" bij de
"Lakonia" aan. Het schip brandde nog steeds en het werd steeds duidelijker welke
gruwelijke ramp de "Lakonia"had getroffen. Het schip helde over een hoek van 15
graden over stuurboord en de romp was bijna geheel zwart geblakerd. De brug en de
onderliggende verblijven verblijven waren compleet weggesmolten, verbogen en naar beneden
gezakt in de onderliggende salon. Alleen de voorste schoorsteen vertoonde nog de kleuren
en het wapen van de Greek Line. Van het sloependek en de lege davids hing een wirwar van
lijnen en touwladders naar beneden en slierden door het water. Een afgebroken david
slingerde regelmatig tegen de geblakerde huid evenals de neergelaten statietrap, die er
nog degelijk en onbeschadigd uitzag.
De brandende "Lakonia": het eens zo vlekkeloos wit geschilderde schip is grotendeels zwartgeblakerd
Na een rondje om de "Lakonia"gevaren te hebben werd in overleg met de kapitein van de Noorse sleepboot Herkules die enige uren eerder was gearriveerd en er in geslaagd was om twee man op de "Lakonia" over te brengen voor het maken van een sleepverbinding vanaf het achterschip waar de brandschade het minste was. De rederij van de "Hercules" werkte inmiddels onder Lloyd's contract 'no cure no pay' besloten dat wij voor zouden vastmaken.
De Noorse sleepboot "Herkules" was als eerste bij
de "Lakonia"
De sloep van de "Herkules" kwam bij ons lanszij om materiaal en vijf bemanningsleden op te pikken om die over te brengen naar de "Lakonia". Via de statietrap zijn zij aan boord geklommenom op de bak van het schip een sleepverbinding tot stand te brengen. Voorzichtig manoeuvrerend kroop de "Poolzee" onder de boeg van de "Lakonia" door om vast te maken. Inmiddels waren de twee Portugese sleepboten ook op het toneel verschenen. Van één van deze sleepboten is nog een aantal mensen op de "Lakonia" overgezet om te trachten de patrijspoorten te dichten van de laagst gelegen poortenrij, slechts een paar meter boven het water oppervlak. Er werd besloten dat de "Herkules" ook voor zou vastmaken en één van de Portugese sleepboten zou dan de taak van de "Herkules"over nemen. De andere Portugees bleef standby. Het vuur was intussen minder geworden.
De afstand tot
Gibraltar bedroeg ruim 600 zeemijlen en men ging er op de sleepboten vanuit dat dit
ongeveer een week slepen zou betekenen, mits het weer gunstig bleef. Om het transport te
versnellen werd de sterkere "Clyde" met haar 4500 ipk vermogen ingezet om
de kleinere "Poolzee"af te lossen. Men was niet ontevreden over de voortgang van
het transport: zo'n 6 mijl per uur. Het weer bleef goed, met een lichte tot matige
deining.
Er waren geen runners op de "Lakonia". "Het was niet doenlijk mensen aan
boord van het totaal verwoeste schip te laten blijven", was de mening van kapitein K.
van der Hoek van de "Clyde".
De "Clyde" neemt de "Lakonia"over van de
"Poolzee"
In de loop van zondag 29 december ging het mis met de "Lakonia". Haar slagzij, die tot dan toe zo'n 15 graden bedroeg, was gedurende de nacht verder toegenomen. Het schip begon water te maken. Rond het middag uur was de slagzij zo'n 25 graden en gooiden de "Herkules" en de Portugese sleepboot hun trossen los, maar op de Clyde besloot men door te slepen. De uitgeputte "Lakonia" Gaf echter kort daarop te kennen levensmoe te zijn: met een slagzij van inmiddels 40 graden wentelde ze zich plotseling op haar stuurboordzijde, draaide vervolgens door zodat ze ondersteboven lag en verdween in een paar seconden in de golven. Het tijdstip was zondagmiddag 14.00 uur en de positie: 34 º NB en 12º32" WL, ongeveer 250 mijl ten westen van Gibraltar, waar de sleep de volgende avond had kunnen aankomen.
Vanaf de "Clyde" had men in allerijl de al half ingehieuwde sleepdraad moeten laten slippen, waardoor de 1000 meter lange sleepdraad met nylon rekker en voorloper samen met het wrak naar de bodem van de zee verdween. Het was voor de bemanning van de "Clyde" een overweldigende gebeurtenis om de voor hen zo bekende trotse "Lady" achter zich te zien, het dan binnen tien minuten te zien kapseizen en plotseling in de golven te verdwijnen. Deze dramatische ondergang van de "Lakonia", ex "Johan van Oldenbarneveld", tussen kerst en nieuwjaar 1963 zal in hun geheugen gegrift blijven.
links: de"Lakonia" achter de "Clyde"vlak voor het schip kapseisde om even later in de golven te verdwijnen.