Wrakopruiming in Haifa
ss "Help"
Op 3 september 1965 vertrok ik per vliegtuig van Schiphol naar Tel Aviv, en vandaar naar Haifa om aan te monsteren op de "Help" die in- en buiten de haven van Haifa werkzaam was met het ruimen van diverse scheepswrakken.
De bemanning van de "Help" bestond in die periode uit: Kapitein W. Hulshoff, 1e stuurman J.M. Bazen, adsp. stuurman J.C. de Groote, bootsman M. Hoogendijk, matroos J.Zwiers, matroos P.Terol, matroos o.g. M.P. Paardekoper, kok J. van Vuuren, koksmaat J.T. van der Aar, jongen J.Vennik, jongen T.C. Koudijs, 1e Wtk. H. Andriesse, 2e Wtk. J.T. Pel, 3e Wtk. H.T. Konings, stoker/olieman A.J. Holman, stoker/olieman A.Ketting, duiker J.C.M. Doreleyers, matroos/duiker C. Post sr., duiker W. Ritsma, matroos/duiker J.G.Tetteroo, duiker J. Kuper, duiker G.Hegie en hulp duiker C. Post jr.
boven en onder: Uitzicht over de haven en baai van Haifa vanaf de berg Carmel
Op de helling van de berg "Carmel" de Bahai tuin,
met rechts de Schrijn van de Bab.
De intocht van de "Exodus" naar het beloofde land Israel is alom bekend, maar na de "Exodus" volgden nog velen schepen met Joodse immigranten, waarvan diversen schepen in- en voor de haven tot zinken werden gebracht zodat de Engelsen het Joodse volk niet terug konden sturen. En de taak van de "Help"was deze wrakken op te ruimen omdat deze een belemmering waren voor de steeds groter wordende moderne vracht en passagiersschepen met hun steeds grotere diepgang, die de snel groeiende haven van Haifa bezochten. De duikers van de "Help" brachten zware sprinladingen in zo'n wrak aan dan werden de stroppen van de Bok van de"Help" aan zo'n wrakstuk bevestigd door de duikers en werden deze door de zware stoomwinchen van de "Help" aangehieuwd tot deze diep in de kop lag en dus met een deel van haar gewicht in het wrak hing. Dan werd de springlading ontstoken en door de explosie scheurde een deel van het wrak los en werd door de "Help" boven water gehieuwd. Soms waren de explosies zo hevig dat het is gebeurd dat een spiegel boven de wasbak van de meester brak, en bij ons in de kombuis brak een lamp boven het fornuis en konden we een hele pan soep weggooien omdat er scherven van de lamp in waren gevallen, en konden we weer opnieuw beginnen. In het begin voer de "Help" met zo'n brokstuk naar buiten en stortte het in diep water weer in zee, maar later werd het op grote bakken geladen en het schroot weer verwerkt in smelterijen. Er werd in dagdienst gewerkt en dus was de bemanning zaterdag s'middags en zondag vrij, en was er dus ruim de gelegenheid om niet alleen Haifa, maar ook andere steden als Tel Aviv, Jeruzalem en de dorpjes rond Haifa te bezoeken. Haifa was een druk bezochte haven, en niet alleen de handelsvaart maar ook velen passagiersschepen deden Haifa op hun routes aan , en altijd lagen er wel diversen grote cruise-schepen in de haven voor anker of afgemeerd aan de kade. Er was dan ook een bruisend nachtleven, en vele luxe nachtclubs met mooie shows, maar ook héél dure drankjes en nog veel duurder vrouwelijkschoon.
Haifa is een druk bezochte vracht- en passagiershaven
Natansan street, Haifa
Central Carmel, Haifa
Acre, de oude stad, ligt ten noorden van Haifa aan de baai
De stadsmuur van Acre in de baai van Haifa
Dus hadden wij ( de jongere scheepsgezellen van de Help) een veel beter alternatief gevonden, want iedere vrijdagavond verzamelde de jongelui van Haifa zich op een plein in de stad, en vandaar brachten legerwagens deze gratis naar een grote discoteek aan de overkant van de baai bij een klein vluchtelingendorpje waar de drankjes een normale prijs bedroegen, en het alttijd reuze gezellig was en s'nachts werd men weer door het leger naar de stad vervoerd.
De Help was een stoomschip met twee oliegestookte Schotse ketels met een 3 cil triple expansie machine van 1000 pk en een hefvermogen van 250 ton. Ik sliep in een vier persoonshut, die ik deelde met de matr.og en de twee dekjongens, en deze was zeer sober, en verschrikkelijk warm, want onze hut was tegen het ketelruim gelegen, en bezat twee blowertjes waar wat lauwe lucht uit kwam, en de stalen wanden waren bloedheet vanwege de stoomketels aan de andere kant. Nu wil het noodlot dat één van de dekjongens niet helemaal zindelijk was en nog wel eens in zijn bed waterde, en zich hiervoor zo schaamde, dat hij dit wou verbergen door s'morgens zijn laken over het bed heen te trekken zodat niemand het kon zien, inplaats van het beddengoed te wassen en zijn natte matras aan dek te luchten en te drogen. Het resultaat was dus rampzalig onder deze omstandigheden, en als je de hut in kwam hing er een zware ammonia-lucht. Samen met de matroos og diende wij beklag in bij de 1e stuurman, dat het zo niet uit te houden was in onze hut. Deze vond echter dat de jongen er niks aan kon doen, waar op wij antwoorden dat je dit verplicht bent te melden bij de scheepskeuring en dan wordt afgekeurd, zodat wij dan niet met zo'n stinkhut hadden gezeten, maar de stuurman hielp ons niet verder. Toen de chef duiker ons verhaal hoorde zei deze waarom nemen jullie die lege hut bij ons op de gang niet, die staat toch leeg dus kunnen jullie daar wel in.
Dezelfde dag nog verhuisden wij onze
spullen naar deze hut, en waren we blij dat we van de stank af waren. Maar na een week of
twee kwam de stuurman bij ons en zei dat we terug moesten naar onze eigen hut want een
duikershut was voor duikers, of deze nu gebruikt werd of niet. We zeiden de stuurman dat
als hij er voor zorgde dat wij niet meer in de stank hoefde te slapen wij onmiddellijk
terug zouden gaan naar onze eigen verblijf. Hierop moesten wij bij de kapitein op het
matje komen, en deze wilde ons ook niet verder helpen, dus zei ik laat maar kapitein ik
neem mijn ontslag. Twee dagen later kwam de stuurman en vertelde ons dat de jongen toch
van boord af ging (later bleek dat dit moest van het kantoor) en dat ik mijn ontslag in
kon trekken maar ik vertelde hem dat ik dat niet deed , en werd dit het einde van mijn
loopbaan bij Wijsmuller. Hierbij wil ik wel vermelden, dat buiten dit incident, ik op de
sleepboten van Wijsmuller, in de haven van IJmuiden en op de zeeslepers een geweldige
ervaring heb opgedaan, deze periode was de basis van mijn lange zeemansloopbaan en nimmer
zal ik de kameraadschap aan boord en de wijze lessen van de oudere zeelieden vergeten.
En de kantoormensen waar ik mee te maken heb gehad,hebben mij altijd correct
behandeld, en met name de heer J.Buis had altijd een luisterend oor voor zijn mensen met
vragen of problemen.
Dus bedank ik hierbij N.V. Bureau Wijsmuller voor het doen uitkomen van mijn
jongens dromen, het bevaren van de eindeloze wereld-zeeën, en het ontdekken van vreemde
havens achter de kim.