Reis met de "Oostzee"
Half januari 1970 kreeg ik bericht dat ik me gereed moest houden om aan te monsteren op de "Oostzee" en op het eind van dezelfde maand vlogen we met een nieuwe bemanning naar Singapore, en na een vlucht van 14 uur landde wij op Paya Lebar Airport.
De nieuwe bemanning bestond uit: Kapitein: J. J. L. F. Bout, 1e strm. P. Sas, 2e strm. G. de Jong, matr. D. v.d. Oever, matr. P. Kap, matr. L. Poldervaart, matr.o.g., H. W. J. v.d. Bergh, kok J.T. v.d. Aar, radio off. D. v.d. Torre, radio off. R. Grootes, 1e wtk. W. Roodenburg, 2e wtk. J. C. Scherpenisse, 3e wtk. J. H. Heitling, olieman A. v.d. Heyden en jongen D. Pijl
Vliegveld Paya Lebar, Singapore
Bij aankomst op het vliegveld van Singapore
was het weer even wennen, van het kille winterseHolland naar het warme Singapore. Singapore.
Singapore heeft een typisch tropisch klimaat. Het gehele jaar door is
het heet en de luchtvochtigheid hoog (75%). De temperatuur komt zelf s nachts zelden
onder de 20ºC en overdag is het meestal rond de 30ºC.
Na het inklaren werden we ontvangen door onze scheepsagent en deze had al een bus geregeld
die ons naar de Clifford pier bracht, vanwaar we met een sampan naar de
"Oostzee" voeren die op de rede voor anker lag, onze toekomstige verblijfplaats,
want we zouden voorlopig op station blijven in Singapore. Bij aankomst aan boord werden we
ontvangen door een drukke, uitgelaten bemanning, immers de z.g. "Kanaalkoorts"
had toegeslagen. Dit is een term uit het verleden, als een schip na een lange reis op de
terugweg het Engels Kanaal naderde was de thuishaven bijna bereikt en was iedereen
drukdoende met koffers pakken, de schone wal plunje klaarleggen en met zijn gedachten bij
vrouw, kind of naaste familie, liefje of vrienden die hun binnenkort weerzouden
verwelkomen na maanden geen kontakt met elkaar te hebben gehad. Immers, toen hadden wij
geen mobiele teefoon of internet, maar af en toe een brief of ansichtkaartje, en bij
uitzondering een telegrammetje, via de marconist die toen nog met zijn seinsleutel werkte.
Na het overdragen van het schip vertrok de oude bemanning naar het Connelhouse , om de
volgende dag naar huis te vliegen. Voor ons was een nieuwe reis begonnen, en nieuwe
avonturen stonden ons weer te wachten.
Singapore, op de voorgrond de Raffles- en Collyer Quay, het
grote gebouw rechts is het
general post office, Fullerton Building
Boven : Aankomst bij de Cliffordpier
op de Collyer Quay, die ten westen van de pier overgaat
in de Raffles Quay (foto onder), met links op de hoek het Asia Building en in het midden
met
torentje het Ocean Building
Boven en onder: De "Oostzee" op de rede van Singapore
De "Oostzee" behoorde destijds tot
één van de oudere sleepboten van Smit ( geb. jan. 1953 ) en was nog niet uitgerust met
airconditioning, de "Clyde" (geb.1957) was de eerste sleepboot van Smit die
voorzien was van deze luxe. Dus was het wel even aclimatiseren en afzien in het begin,
want de blowertjes in de verblijven bliezen de buiten lucht van ± 32° naar binnen, dus
kun je begrijpen dat het in het schip bloedheet was. Maar dat nam niet weg dat het vaak op
de oudere schepen een gezellige boel was!
Ook was de netspanning aan boord nog gelijkstroom, wat menige radio en bandrecorder het
leven kostte, want ook was de jeugd van toen nogal opdringerig met hun muziek, dus
keihard, zodat iedereen verplicht was hun muziek mee te luisteren. Na aankomst aan boord
was het voor hun dan ook niet eerst koffers uitpakken en kooi opmaken, maar radio en
bandrecorder installeren zodat ze zo spoedig mogelijk met hun muziekterreur konden
aanvangen, Wel, God Bless het gelijkstroom systeem, want deze jongelingen waren hiermee
vaak niet bekend, en staken bij aankomst aan boord zo snel mogelijk de stekkers van hun
geluidsapperatuur in het stopkontakt, bliezen hiermee de boel op zodat de rest van de
bemanning nog even rust had, tot deze jongelingen er achter kwamen dat Singapore een
vrijhaven was, waar deze atributen spotgoedkoop waren, en binnen een paar dagen
trots aan boord kwamen met hun nieuwe aanwinst , en maakten deze keer gebruik van de
omformer die op de gang geinstalleerd was, en vanwaar een wirwar stroomdraden naar de
diverse hutten liep voor de aanvoer van gelijkstroom, waarna de herrie begon en
dikwijls de kreet "zet die pokkenherrie eens wat zachter!" door het schip te
horen was.
Zoals ik al eerder had vermeld in vorige reisverslagen mochten we op stationsdienst
beperkt stappen, en moest men om 24.00 uur weer aan boord zijn. Mochten we uitvaren voor
een job, dan voer het schip weg met achterlating van deze personen, welke dan in het
Connelhouse verbleven tot het schip weer terug kwam, de kosten waren dan vergoed door de
rederij en tevens kreeg men dan ook hun deel van het eventueel gemaakte berginsloon (
Joppengeld). Als het schip echter na middernacht uitvoer en de stappers waren nog niet
terug, dan waren de kosten voor jezelf en kreeg men geen joppengeld. Dan kon zo'n verblijf
een dure grap worden als het schip wat langer weg bleef. De eigen sloep zorgde voor
verbinding met de wal, tot s'avonds 20.00 uur, daarna kwam de sloep nog één keer om
middernacht om de passagiers op te halen en verder maakten wij gebruik van één van de
vele sampans bij de Cliffordpier, die als watertaxi fungeerde vanaf deze pier en de vele
schepen die op de rede voor anker lagen.
De sloep komt terug van de wal, midden foto, 2e strm. de
Jong en 2e wtk. Scherpenisse
moeten echter wel roeien, want de motor is er mee gestopt
Een leuke bijkomstigheid op de rede van Singapore waren de "melkmeisjes", die met hun bootjes de schepen die er voor anker lagen aandeden om hun koopwaar aan te bieden, n.l. melk, bier en frisdranken. Verwar deze meisjes niet met de bij iedere zeeman bekende "gouden ploeg " uit Hong Kong, want de melkmeisjes van Singapore waren van onberispelijk gedrag en zeker niet even te versieren voor een kortstondige betaalde romance. De meisjes werktenin de ochtend, en omdatwij als stationsboot langere tijd achterelkaar in Singapore lagen kwamen de meisjes altijd rond het middaguur op de sleepboten, want dan was het borreltijd voor het eten, en schoven de meisjes bij ons aan tafel om gezellig met ons mee te eten. En menig maal hielpen ze mij mee in de kombuis om lekkere chinese gerechten te bereiden. Zij waren dus kind aan huis, en goud eerlijk, en vaak kwam mijn vaste melkmeisje in de kombuis en zei "kokkie ik heb de melk in je hut gezet en het geld al gepakt, en nog nooit heeft een van hen een cent teveel genomen. Het is me uiteindelijk een keer gelukt om een afspraakje met één van hen te maken, maar toen ik haar sávonds ontmoette was zij in gezelschap van een oud tandeloos vrouwtje, dit bleek een tante van haar te zijn en tevens haar chaperonne voor die avond, en ze is geen moment van onze zijde afgeweken. We hebben die avond een bioscoopje gepikt in het Capitol Theatre en zijn naar het Singaore Cabaret geweest, dit was een dansgelegenheid in Singapore, daarna heb ik de twee netjes thuis afgezet en heb de middernacht sloep gepakt om weer op tijd aan boord te zijn. Het was wel iets anders als een reguliere kroegentocht met de maten, maar het was gezellig en ik vond het een leuke belevenis.
Jeniffer, één van de populairste melkmeisjes komt aan boord op de rede van Singapore
Capitol Theatre, Singapore
Keppel Harbour, Singapore
Jurong, Singapore