Vloot uitbreiding en vernieuwingen
Meer aandacht was ook de in 1897 opgerichte
sleepdienst 'Hoek van Holland' waard, maar na vijf jaar ging deze ter ziele. Van belang
bij deze liquidatie was echter de onderneming die deze sleepdienst opslokte. Het was een
dienst die de naam 'Internationale Sleepdienst' zou krijgen en in 1900 werd opgericht door
de heren Van der Vorm en Horsman. Al was het in deze jaren nog niet te zien, toch was deze
rederij voorbestemd in de loop van de jaren de grote concurrent van L. Smit & Co's
Sleepdienst te worden, al zou het tot 1923 duren voor het goed zakelijk inzicht van
intensive samenwerking het won van de zucht naar grote zelfstandigheid. De 'Internationale
Sleepdienst'gaf aan zijn sleepboten de naam van een rivier met als eerste de Maas (I)
in tegenstelling tot de boten van L. Smit & Co, die de naam van een zee kregen, zij
het met een enkele uitzondering, zoals de Oceaan. Een jaar voordat de toen als
supersleepboot aan te merken Zwarte Zee (I) in dienst werd gesteld, een naam die
later alleen zou dienen voor het vlaggeschip van de maatschappij, werden in 1897 twee
sleepboten van kleinere afmetingen gebouwd en in de vaart gebracht.
Het waren de Lauwerzee (I) en de Zuiderzee, scheepjes van rond 180
brt met een machinevermogen van 450 ipk, goedkoper in de vaart en voorbestemd voor
sleepreizen waar geen grotere sleepkracht werd vereist. Smit was er op uit in zijn vloot
boten te hebben die voor variërende slepen op de meest economische wijze konden worden
ingezet.
De Lauwerzee (I) op de waterweg aan het begin van
de reis, in juni 1911,
met de bok Holland I naar Bahia
Met de Poolzee (I), een boot van rond 300 brt met een machinevermogen van 750 ipk, die in 1900 van stapel liep, beschikte L. Smit & Co bij de eeuwwisseling over een vloot van negen sleepboten, in slechts acht jaar bijeengebracht, wat weer een goede graatmeter is van de snelle ontwikkeling die deze jongste tak van het Nederlandse zeewezen had doorgemaakt.
Rechts: De nieuwe Poolzee (I) uit 1900.
De drang naar sterkere en meer efficiënt
uitgeruste sleepboten, gebouwd naar de ervaringen welke werden opgedaan, maakte dat de
sleepboot die het spits op de lange deining afbeet, de Oostzee (I), reeds in 1899
niet meer up-to-date werd gevonden, deze sleepboot was echter paraat
genoeg om een goede koper te vinden. Het Franse gouvernement zag nog voldoende in deze
eersteling om er een goede prijs voor te betalen.
Het zusterschip Noordzee (I), dat ook in 1892 in de vaart kwam, maar later
werd vergroot, heeft het tot 1916 uitgehouden, tot deze boot in de Noordzee, na op een
mijn te zijn gelopen, is vergaan.
Tot het jaar 1914 zou deze regelmatige vlootuitbreiding en vernieuwing
doorgaan, ondanks of misschien juist door de sreeds sterker wordende concurrentie van de
'Internationale Sleepdienst'. In 1903 werd de Oostzee (II) in de vaart
gebracht, een boot van het kleinere type van 500 ipk, gevolgd door de de Gouwzee
in 1906.
De 'Internationale Sleepdienst' bracht de Maas (I) met 850 pk, in 1904
in de vaart, twee jaar later gevolgd door , de Schelde (I), met
500 pk, en in 1907 gevolgd door de Thames (I), met1200 pk.
De Maas(I) 1905, van de 'Internationale
Sleepdienst'
De Schelde(I) 1906
De Thames(I) 1907
De Zwarte Zee (I), op weg van de Tyne met een
droogdok.
september 1903
In 1904 werd de eerste 1500 pk-er afgestoten: de Zwarte Zee (I). De boot werd naar Rusland verkocht en kwam daar te varen onder de naam Svir.
Een zeldzame foto van de Russische sleepboot Svir (ex
Zwarte Zee)
langszij een Russisch schip. De foto is genomen omstreeks 1920,
door de heer P. Warneck.
Voor het jaar echter oud was, was de tweede Zwarte Zee in de vaart, een schip dat zich, onder verscheidene kapiteins die zich een onsterfelijke naam hebben verworven, tot 1933 zou handhaven. De stoomsleepboot Zwarte Zee (II), evenals zijn voorganger 1500 pk sterk, werd in 1907 gevolgd door de Thames, die 1200 pk in zijn machine had. Een nieuwe Roode Zee (II), 1150 pk volgde in 1908 en in hetzelfde jaar kwam de sleepboot Seine in de vaart met 900 pk, en in 1910 volgde nog de Donau met 600 pk. Kort voor het uitbreken van de eerste wereld oorlog voegde L. Smit & Co nog een 1000 pk sleepboot aan zijn vloot toe. Het was de Witte Zee die zich op vele sleepreizen van bijzonder gehalte onder een van de bekendste kapiteins, Kees Verschoor, zou onderscheiden.
De Zwarte Zee (II), gebouwd door de
scheepswerf J.& K. Smit te Kinderdijk
met een triple expansie stoommachine van 1500 pk
De Zwarte Zee (II) en de Roode Zee (II), sleepten
in 1912 het
droogdok Duke of Connaught van Engeland naar Montreal.