De zeesleepvaart na de eerste
wereldoorlog
Deel II
Was deze nieuwe ontwikkeling een uitermate belangrijke , van nog groter belang was het feit dat L. Smit & Co en de Internationale Sleepdienst in 1923 de handen ineen sloegen en besloten tot een zeer nauwe samenwerking. Van een fusie kon niet worden gesproken , want tot op zekere hoogte behielden beide rederijen , wat ze ook gezamelijk deden , een zekere administratieve zelfstandigheid , ook wat de financiën betreft. L. Smit & Co's Sleepdienst was en is nog een gesloten familievennootschap met aandelen op naam , die niet aan de beurs zijn genoteerd. Van de 'Ínternationale Sleepdienst', hoewel geen besloten vennootschap , bevinden zich de aandelen in handen van een kleine groep. Zij worden evenmin ter beurze genoteerd. Men mag gerust aannemen dat de snelle opkomst van Bureau Wijsmuller er voor het overgrote deel de oorzaak van is geweest dat de twee ernstige concurrenten L. Smit & Co en de Internationale Sleepdienst in elkaars armen werden gedreven.
Het briefhoofd van L. Smit & Co's Internationale
sleepdienst uit 1925
Maar het jaar 1923 beperkte zich niet tot deze belangrijke gebeurtenis. Na een
lang en ernstig ziekbed overleed in dit jaar kapitein Johannes Franciscus Wijsmuller ,
slechts 46 jaar oud , een tragische gebeurtenis die niet alleen op de ontwikkeling van de
Nederlandse zeesleepvaart van grote invloed zou zijn , maar ook op de zo markante
geschiedenis van de onderneming , die deze zeeman - reder - scheepsbouwer met zoveel
doorzettingsvermogen , fantasie en durf in slechts luttele jaren had opgebouwd. Bureau
Wijsmuller was zijn stuwende kracht , van wie nog zoveel mocht worden verwacht , kwijt. En
de twee ernstige concurrenten hadden zich voor verweer aaneengesloten. De nuchtere en
tragische feiten waren niet alleen dat de grote leider zijn bedrijf was ontvallen , maar
dat zijn weduwe achterbleef met zes jeugdige kinderen , een dochter en vijf zoons , Jan,
Bram, Toon, en Arthur , die toen in leeftijd varieerden van twaalf tot drie jaar.
Zeesleepvaart is niet alleen op de lange deining , maar ook van achter het bureau van de
directie , een hard bedrijf dat kerels vraagt.
Geholpen door de naaste medewerkers van haar overleden echtgenoot , trachtte mevrouw
Wijsmuller - Rodrigues Pereira het bedrijf voort te zetten. En het merkwaardige feit deed
zich voor dat ondanks de juist wat aflatende economische cricis die zich van 1919 tot 1923
ernstig deed voelen en vertraging in de aflevering van op stapel gezette sleepboten met
zich meebracht , de sleepboten van Wijsmuller in de volgende jaren verscheidene
belangrijke reizen met succes volbrachten.
De Vlaanderen (II) met een zuiger in het begin van
de jaren '20
De Vlaanderen (II) en de Willem Barendsz (II)
slepen een droogdok van IJmuiden
naar Sabang , Nederlands Indië. De reis duurde 90 dagen. (1924)
De Poolzee (I) en de Humber (I) brachten in 1924 een dok van Rotterdam
naar Tandjong Priok,
op de foto boven het transport ter hoogte van Hoek van Holland onder: Het moment van de
laatste groet, net voorbij Hoek van Holland. De reis duurde 124 dagen.
Maar de concurrentie sliep niet. Op den duur kan een vrouw , hoe goed
zij ook wordt geholpen , een zeesleep-rederij niet runnen. De bank die de aandelen van de
N.V. Bureau Wijsmuller in onderpand had , ging ten opzichte van de rederij ook andere
maatstaven aanleggen dan toen de grote stuwende kracht , die kapitein Wijsmuller was , nog
aan het hoofd stond. De bank moest op korte termijn geld zien. De privé-bezittingen van
de familie Wijsmuller kwamen onder de hamer en er was een tendens om de grote
sleepbotendie de laatste tijd aan de vloot waren toegevoegd , van de hand te doen. De
aandelen van de N.V. Bureau Wijsmuller werden op twintig procent afgestempeld. Het enige
wat overbleef was een zeesleep rederij die nog maar met moeite kon meekomen. Maar
de naam Wijsmuller bleef behouden als een stimulans voor een latere wederopbloei , die
zich na de tweede wereldoorlog zou manifesteren op een wijze die met de naam Wijsmuller in
overeenstemming was.
Ondanks de tegenslagen na de dood van kapitein Wijsmuller zou het nog tot 1927 duren voor
de bank de vier beste sleepboten van Wijsmuller verkocht aan de concurrent , L.Smit &
Co's Internationale Sleepdienst. Dat betekende tevens een verdwijning van de
Wijsmuller-boten van de lange deining , een situatie die tot 1947 zou duren.
Zowel de Gele Zee als de Java Zee links
vooraan op de foto, waren in 1927 door
Smit overgenomenvan Wijsmuller (respectievelijk Jacob van Heemskerck (I) en
Gelderland (I) Hier liggen ze in de haven van Maassluis.
De Jacob van Heemskerck van 1921 , nog onder de
Wijsmullervlag
De Brabant, als Indus nam Smit in 1927 de Brabant
van Wijsmuller over
De Ganges , was ook één van de vier
Wijsmullerslepers die werden
verkocht. Het was de ex Willem Barendsz en na zes jaar voor Wijsmuller
en vervolgens 24 jaar voor L.Smit & Co's Internationale Sleepdienst
te hebben gevaren werd deze sleepboot in 1952 gesloopt.