De wederopbouw na WO II
Zwaar waren de verliezen aan sleepboten in de oorlog geweest toen in mei 1945 de eindafrekening kon worden opgemaakt. Smit verloor in de vijf oorlogsjaren negen sleepboten. Zevenendertig bemanningsleden verloren door oorlogshandelingen het leven. De beide zeesleep-rederijen beschikten na de wapenstilstand over niet meer dan acht sleepboten die in bruikbare staat waren. Daaronder was ook de Amsterdam van Bureau Wijsmuller.
De Amsterdam was één van de sleepboten die na de
oorlog
nog in bruikbare staat waren
Ingeallieerde dienst gingen in de jaren tussen 1940 en 1945 verloren de Roode Zee (III), die op 14 mei 1944 bij Dungeness werd getorpedeerd, waarbij kapitein J. KLinge en al zijn bemanningsleden om het leven kwamen. Verloren ging ook de Witte Zee (I), die aanvankelijk in de beruchte meidagen wist te ontkomen maar op 12 november 1940 in de Ierse Zee op de rotsen liep en verging. De bemanning kon worden gered. De derde boot die door oorlogshandelingen verloren ging en 'aan de overzijde'was, was de Lauwerzee (II) die 3 februari 1940 bij Falmouth op een mijn liep en zonk.
Onder bevel van 'Blinde Ben' Weltevrede strandde de Witte
Zee (I)
in 1940 op de rotsen van Overton Mere in het Kanaal van Bristol.
Het schip ging daarbij verloren, de bemanning werd gered.
De Roode Zee (III), hier in 1939 met een dok voor
Durban, werd in 1944
in het kanaal getorpedeerd. De gehele bemanning kwam om.
In de eerste oorlogsdagen ging de Noordzee
(I), die als bewakingsvaartuig bij de Koninklijke Marine dienst deed op de
Westerschelde,onder, toen het schip op een mijn liep waarbij de gehele bemanning, op de
stuurman na, om het leven kwam. Ook de sleepboot Kralingen ging toen verloren.
Verscheidene sleepboten die niet tijdig konden wegkomen en in handen van de Duitsers
vielen, haalden het eind van de oorlog niet. In beheer van de Duitse zg. Zeereddingsdienst
waren o.a. de sleepboten Humber (I) en Indus. De eerste die verloren
ging was de Indus, de vroegere Brabant, die in 1928 van Wijsmuller werd
overgenomen. De sleepboot werd op 20 november 1942 vlak bij de monding van de Waterweg
gebombardeerd en zonk.De Humber (I), die in 1907 werd gebouwd, voer met een
Duitse bemanning de gehele oorlog door maar werd in 1945 bij een bombardement op Kiel tot
zinken gebracht.
De Indus (ex Brabant) in '39, na een
bombardement in 1942 vergaan
De Humber (I) (ex Atlas) hier vlak na de overname
in 1919 te Maassluis.
Deze sleepboot ging in 1945 bij een bombardement te Kiel verloren
Bij de Duitse oorlogvoering waren van het begin
af ingeschakeld de sleepboten Java Zee (II) en Oostzee (III). De eerste,
die bij het uitbreken van de oorlog nog op stapel stond en zwaar vertraagd werd afgebouwd,
kon men niet aan inbeslagname onttrekken. De Duitse bezetters gaven de sleepboot de naam Ortelsburg
en zetten er een Duitse marine-bemanning op. In 1944 ging de sleepboot door
oorlogshandelingen verloren. Ook de Oostzee (III) kon, deel uitmakend van de
Duitse oorlogsmachine, heteind van de oorlog niet halen. Deze in 1926 gebouwde sleepboot
ging in 1944 onder.
Hetzelfde lot onderging de in 1939 door Doeksen bestelde en en vervolgens op stapel
gezette nieuwe Holland (II) welke als gevolg van allerlei vertragings acties van
het werfpersoneel uiteindelijk pas in 1942 gereed kwam, en daarna onmiddelijk door de
Duitsers in dienst werd gesteld, waarna de sleepboot al snel op 29 april 1943 ter hoogte
van Kopenhagen zonk na een voltreffer van een Engelse torpedo in de machinekamer.
Boven en onder: De Holland (II) in dienst van
de Kriegsmarine.
De Oostzee (III), brand nieuw aan de werf van
L.Smit & Zoon te Kinderdijk in 1926
Op 27 maart 1944 als DW 32, in dienst van de Deutsche Kriegsmarine, liep deze
sleepboot op de Noordzee ter hoogte van Wangerooge op een mijn en zonk