De wederopbouw na WO II
(Deel 2)
Met een wel zeer gedecimeerde vloot moest het werk weer worden hervat. Dat duurde nog wel even omdat de sleepboten, die in de oorlog aan de goede kant hadden gevaren, pas enkele maanden na de wapenstilstand aan de rederijen werden teruggegeven. Niet meer dan acht waren het er, en er was flink roofbouw op gepleegd. Maar voor groot onderhoud was voorlopig geen tijd en ook ontbrak het aan geëigend materiaal. Daarbij kwam dat met het terugbrengen van geroofde koopvaardijschepen werk genoeg aan de winkel was. Smit restte nog de sleepboten Zwarte Zee (III), Thames (II), Schelde (III), Hudson (III), Seine, Donau, Blankenburg (II), Maas (III)Ganges en Ebro.
De Zwarte ZeeIII (boven) en de Thames
(II) (onder) op de boeien voor Maassluis;
deels in de oude kleuren, maar nog met bewapening en zonder achtermast. (juli 1945)
De Maas (III) (boven) en de Blankenburg (II) (onder)
behoorden tot de
sleepboten die Smit nog restte na de wapenstilstand.
Wijsmuller beschikte nog over de Amsterdam en de Hector (II), benevens over enkele kleinere kustsleepboten.
De Amsterdam boven en de Hector (II) onder
waren de twee sleepboten die
Wijsmuller na de wapenstilstand nog overhad.
De vaart hervatten was een probleem op zichzelf, omdat er over de
gehele wereld werk te over was. Verlof van bemanningen die de gehele oorlog buitengaats
waren geweest, was er voorlopig niet bij en de zo hoognodige grote survey moest ook
worden uitgesteld.Weer in de running komen en blijven was een eerste vereiste, omdat een
grote concurrent op de loer lag.
De bekende Amerikaanse zeesleeprederij Moran Towing & Transportation Co. Inc. te
New York, beweerde dat hij de Nederlanders de hegemonie in de sleepvaart zou ontnemen. Men
had de kunst van het bouwen van efficiënte zeesleepboten in de oorlog kunnen afkijken,
o.a. doordat men de Zwarte Zee (III) meermalen in Amerikaanse havens had kunnen
zien. En Moran was aan het bouwen gegaan. Wat hij echter over het hoofd zag bij deze
plannen, was het doodnuchtere feit dat deze sleepboten moeten worden geveren door mensen
die het vak tot in de puntjes verstaan, stoelend op een ervaring van meer dan een halve
eeuw. De greep naar de macht zou Moran, ondanks verwoede pogingen zelfs nog in het begin
van de zeventigerjaren, niet gelukken. Maar dat was vlak na de wapenstilstand nog niet te
constateren. Snelle vlootuitbouw was dus naast onafgebroken varen een eerste vereiste.
Op de foto's boven een Moran sleepboot eind
jaren 50 bezig verbinding te
maken met een schip, dat de volle laag kreeg tijdens een Noord-Atlantic storm
De Kerry Moran geb. 1963, 3500 pk Dit Amerikaanse
type sleepboot toont
al heel wat meer overeenkomst met de Europese typen dan de vroegere
Amerikaanse sleepboten.
De Alice L. Moran geb. 1966 had een vermogen van
9.600 pk, 600 pk meer als
de Zwarte Zee IV van L smit & Co, en werd daarom in die tijd de sterkste
sleepboot ter wereld. Deze sleepboot was in Japan gebouwd en geregistreerd
onder Liberiaanse vlag.