Mammoettanker "Pacific Glorie" geborgen
Zo lag de "Pacific Glorie" er bij vóór
aanvang van de berging. Geboeid op een bank ligt het door explosies en
brand vernielde achterschip tot het schot tussen de ladingtanks 5 en 4 onder water.
HET WAS IN DE NACHT VAN 23 OP 24 OKTOBER,
dat de met 75000 ton ruwe olie geladen Liberiaanse
tanker Pacific Glorie, op weg van Nigeria naar Rotterdam Europoort, bij St.
Catharina Point werd aangevaren door de eveneens onder Liberiaanse vlag varende tanker
Allegro. De Pacific Glorie (77648 ton dwt, in 1966 gebouwd) kreeg
zware beschadigingen aan stuurboord achterschip, terwijl de Allegro slechts
lichte averij opliep. Korte tijd na de aanvaring hadden er enkele explosies plaats in de
machinekamer, de pompkamer en in tank 5 stuurboord.
Er brak brand uit op het achterschip van de Pacific Glorie, waardoor de bemanning in allerijl het schip moest verlaten.
De ramp kostte helaas het leven aan dertien, meest Chinese, opvarenden. De aanvaring was
goeddeels aan ondeskundigheid te wijten. Als de schepen zich aan de aanbevolen vaarroutes
hadden gehouden, zou het ongeluk niet zijn gebeurd. Op het fatale ogenblik had op beide
tankers de derde officier de wacht; de officier van de Allegro kon zich niet
op het bezit van enig diploma beroemen en hetzelfde gold voor twee machinisten van de
Pacific Glorie. Dergelijke toestanden waren kenmerkend voor schepen die onder
goedkope vlag voeren.
Als
gevolg van aanvaring en ontploffingen kwamen machinekamer , achterpiek en pompkamer onder
water te staan, terwijl een hoeveelheid olie kon ontsnappen uit de zwaar beschadigde
ladingtank 5 aan stuurboord. Het gevolg was een olieveld dat zich over zee verspreidde en
de kusten van Zuid Engeland en Frankrijk bedreigde. Langs de Britse zuidkust werd alarm
geslagen. Te vers lag nog in de herinnering de ramp die de tanker Torrey
Canyon drie jaar geleden veroorzaakte na stranding op de Seven Stones bij de Scilly
eilanden, toen de stranden aan beide zijden van het Kanaal over een grote afstand op bijna
catastrofale wijze door olie werden besmeurd.
De
hulp in de eerste uren kwam van de zijde van de Britse Admiraliteit die direct schepen
naar de plaats van de ramp zond om met het bestrijden van de brand welke in de
accommodatie op het achterschip van de Pacific Glorie woedde en het bestrijden
van het olieveld op zee aan te vangen. Inmiddels kon men de tanker naar ondiep water
slepen met de bedoeling het schip voorlopig aan de grond te zetten wat vrij snel gelukte.
De Pacific Glorie, waarvan het achterschip steeds dieper in zee kwam te
liggen, kon aan de oostkant van Wight op 5½ mijl ten Westen van NAB-tower op een bank aan
de grond worden gezet.
Op deze foto is duidelijk te zien dat de accomodatie op
het achterschip volledig door het vuur
is verwoest en dat het aangrenzende deel van het hoofddek onder water staat.
Hulp snelt toe
Het was in
de middag van zaterdag 24 oktober dat de hulp van L. Smit & Cos Internationale
Sleepdienst werd ingeroepen voor de berging van de Pacific Glorie waarin
vrijwel de gehele lading nog aanwezig was. Contract werd gesloten op basis van
Lloyds Open Form.
Uit
Zeebrugge werden onder Smits contract de Unionboten Jean Marie Gerling
en Wielingen naar Wight gezonden, terwijl een bergingsploeg de volgende morgen
per chartervliegtuig, dat ook bergingsmateriaal meenam, naar Zuid Engeland vloog.
Van den Taks bergingsvaartuig Orca kreeg extra materiaal aan boord en
vertrok eveneens naar het Kanaal. Bovendien werd in de loop van zaterdag de sleepboot
Noordzee, die op de Azoren op station lag, naar de Pacific Glorie
gedirigeerd. Ook de Orinoco die in de Maassluise haven lag, werd met de meeste
spoed klaargemaakt om zich eveneens naar de plaats van de ramp te begeven.
Boven: de "Orca" en
"Wielingen" waren reeds zondagmorgen ter plaatse.
De "Noordzee" vertrok van de Azoren naar het
Kanaal
En de "Orinoco" werd van Maassluis naar de
plaats van de ramp gestuurd
Een deel van de lading moet worden gelost
Reeds
zondagmorgen waren de Smithbank, Wielingen en Jean Marie
Gerling ter plaatse. Het bleek dat de brand toen was geblust en de tanker aan de
grond was gezet. Het achterschip lag diep in zee. Van het achterschip stak alleen nog een
gedeelte van de opbouw boven water uit, terwijl de zeeën braken over het hoofddek boven
de achterste tanks.
Onmiddellijk na aankomst van het chartervliegtuig maakten
o.m. de heren Rom Colthoff en Gelderblom een
inspectietocht naar de aan de grond zittende Pacific Glorie. Het was duidelijk
dat eerst een gedeelte van de lading moest worden gelost voor maatregelen konden worden
genomen de tanker vlot te brengen en te verslepen. Er zou een tanker langszij van de
Pacific Glorie moeten worden gemeerd waarna met de elektrische dompelpompen
lading uit tanks van het achterschip zou moeten worden overgepompt.
De
ontvanger van de lading van de Pacific Glorie, de Shell, stelde zijn tanker
Halia ter beschikking die op dinsdag 27 oktober bij de Pacific
Glorie aankwam. Diezelfde dag werden vanuit Nederland nog meer dompelpompen
gezonden.
Een
dag later kwam de sleepboot Noordzee bij Wight aan en ging voorlopig voor
anker.
De weersomstandigheden waren gunstig zodat op 29 oktober de tanker Halia
langszij van de Pacific Glorei kon worden gemanoeuvreerd en vastgemaakt.
Direct werd met het overpompen van lading uit tank 4 begonnen. Lang heeft dit lossen
echter niet geduurd want reeds de volgende dag wijzigden de weersomstandigheden zich in
ongunstige zin. In de morgen van 30 oktober nam de wind toe uit het west-zuidwesten,
kracht 5 tot 6. Er liep op de bank weldra een deining van anderhalve meter wat noopte tot
het weghalen van de Halia. Alle werkzaamheden moesten worden stopgezet. De
sleepboten bleven in de nabijheid van de Pacific Glorie standby. Intussen had
het bergingsvaartuig Bever de Orca afgelost en was één van de
Belgische sleepboten naar haar basis teruggekeerd.
Een luchtfoto van het achterschip van de "Pacific
Glorie" Duidelijk is te zien hoe ver
het achterste gedeelte van het hoofddek onder waterstaat. In het midden van de foto is
de werkboot van de sleepboot "Noordzee"zichtbaar.
Fenders van grote afmetingen waren nodig om de tanker
"Halia"
zonder gevaar voor beschadiging langszij de "Pacific Glorie" te houden