Reis met de
"Elbe"
deel 4: De "Aquarius"weer vast
De sleepboten konden niets anders doen dan
in de buurt van de tanker blijven en beter weer
afwachten. De "Albatros" en "Aquarius" vanaf de "Elbe"
gezien
De drie sleepboten hebben al het geweld, dat furieus was, over zich heen laten gaan tot op woensdag 2 december de tyfoon er blijkbaar genoeg van had. De wind nam af tot kracht 5 uit het noordoosten. De volgende dag was het weer zover verbeterd om mensen over te zetten op de tanker. De sloep van de "Elbe"werd gestreken en vier man van de "Clyde"en vier man van de "Albatros" werden naar de tanker gebracht om de drie runners bij te staan de sleepdraad van de "Elbe" binnen te halen, en de sleepverbindingen te herstellen. Achtereenvolgens maakte de "Clyde", "Elbe" en "Albatros" weer vast en werd de reis vervolgd. Inmiddels was ook de order binnen gekomen de tanker naar Nagoya te slepen
Als de storm geluwd is worden 4 man van de
"Clyde"en 4 man van de "Albatros" met
de sloep naar de "Aquarius"gebracht om het sleepgerei weer in orde te brengen.
De mensen zijn overgebracht op de tanker, de sloep kan naar de "Elbe"
terugkeren.
De werkzaamheden op de bak van de "Aquarius" om
het sleepgerei weer in orde te maken.
De "Clyde" langszij om de
voorloper aan boord te halen en in te sluiten (boven)
en onder zijn de runners (links) bezig met het doorsnijden van de breeklijn.
De "Clyde" staat weer als eerste vast op de tanker en breng haar sleepdraad op lengte.
De "Elbe" ligt ook klaar om de voorloper in te
sluiten, zodra de "Clyde"
haar sleeptros op lengte heeft.
Binnen 2½ uur stonden de "Clyde",
"Elbe" en "Albatros" weer vast
en konden de reis naar Nagoya vervolgen.
Nadat de drie sleepboten weer hadden
vastgemaakt, wat binnen twee en een half uur was bekeken ging het sleeptransport weer op
koers met bestemming Nagoya. In de daarop volgende dagen werd goede voortgang gemaakt
ondanks het feit dat de wind dikwijls tot kracht 7 uit het noordoosten opliep. Maar er
waren ook dagen dat het handzamer was.
Toen we de voorlopige bestemming al aardig begonnen te naderen, werd het transport op 15
december gestopt, omdat de Japanse Autoriteiten geen permissie gaven de Ise Wan (Golf van
Ise) naar Nagoya binnen te varen, en de sleep mocht de kust niet dichter dan 50 mijl ten
zuiden van Daio Saki naderen. Het was n.l. gebleken dat de "Aquarius" bij het
teruglopen van binnenslaande golven door het aanvaringsgat wat olie uit de machinekamer in
zee stroomde. De tanker werd gaande gehouden voor de Japanse kust in afwachting hoe
dit probleem moest worden opgelost.
Besloten werd
dat het olie verlies moest worden opgelost door het overpompen van olie van de ene tank
naar de andere en het schoonmaken van de machinekamer. Er waren weer elektrische pompen en
schakelkasten nodig en opnieuw kwam bergingsinspecteur Gelderblom, ditmaal met
elektriciën G. Buitendijk naar de "Aquarius".
Daar kapitein Kalkman van de "Clyde" de leiding over het transport had, mocht
deze het transport niet verlaten, en mochten wij weer met de "Elbe" losgooien om
naar Yokkaichi te gaan om te bunkeren en te provianderen. Dit deden wij ook voor de
collega- sleepboten, en voor de runners op de sleep. Eerst gaven wij het restant van oze
bunkers over aan de "Cyde" en vertrokken daarna naar Yokkaichi een havenplaats
vlak bij Nagoya in de golf van Ise. Dus konden wij even de benen strekken en rondkijken in
deze plaats, en kapitein Slingerland gunde ons wel een uitje en bleef een nachtje over. Op
18 december waren wij terug bij het transport, pompte een deel van onze volle bunkers over
op de "Albaros" en de beide collega's en de sleep hun verse provand en
maakte daarna weer vast op de tanker.
Gelderblom en Buitendijk, die met hun ongebruikelijke bagage naar Tokio waren gevlogen en
vandaar met een helikopternaar de kust en per boot naar de tanker, kwamen op 22 december
bij het transport aan samen met enkele Japanse bergingsdeskundige van het Japanse bedrijf
Fukada. Ze bleven uiteindelijk een week aan boord en vierden samen met de runners kerst op
het achterschip in een primitief onderkomen, de uitgebrande kombuis!, ze hadden zelfs een
kerstboompje, dat wij met de "Elbe" voor hen hadden meegenomen uit Yokkaichi.
Samen met de Japanners slaagde men erin om twee tanks leeg te pompen en het schip de
gewenste slagzij plus trim te geven waarna het schip werd goedgekeurd om naar binnen te
gaan.
Maar een nieuw probleem kondigde zich aan, de eigenaren van de lading ruwe olie zochten
een koper voor hun waar, maar daar Japan geen handelsbetrekkingen had met Roemenië werd
hier geen koper gevonden. Dit draaide er op uit dat er weer geen toestemming werd gegeven
om met de tanker een Japanse haven binnen te gaan en werd de "Aquarius" voor de
kust gaande gehouden. Eindelijk, na 8 weken cirkels gedraaid te hebben, kwam op 8 februari
1971 het verlossende bericht om de tanker naar de Filippijnen te slepen waar de olie zou
worden gelost. Dus gingen de "Clyde", "Elbe"en "Albatros"
weer op stap met de tanker, nu in zuidelijke richting.
Op dit kaartje en het kaartje rechtsboven geven de cirkels
de positie aan waar
de "Aquarius" 8 weken werd gaande gehouden.
Vissers bootjes in de haven van Yokkaichi
Yokkaichi
Minatogawa temple, Yokkaichi
Kerstmis aan boord van de "Elbe" v.l.n.r.
deels op de foto 2e strm van der Laan, 1e wtk. Grit,
matr. Aad Bol, olieman Peter Blokland, matr. Kees Visser, kok Hans van der Aar,
jongen Rudy Stavenuiter, 1e strm. de Jonge en deels btsm. Aad Noorland