Het leven en werken aan
boord
van een zeesleepboot
Op de brug van de sleepboot Oostzee(IV) 1970
Links ben ik zelf naast mij zeuntje D. Pijl
Het lijkt wellicht overdreven te zeggen dat het leven aan boord van een zeesleepboot sterk verschilt met het leven, dat de bemanning van de koopvaardijschepen leidt. Toch is dit zo. Oppervlakkig gezien zijn er weinig verschillen. Net als de koopvaardijman gaat de zeesleepbootman op een ingericht "stuk ijzer" over zee, dat meer of minder slingert en stampt. Men loopt wacht, doet hierbij de voorkomende werkzaamheden of heeft wacht te kooi. Bij mooi weer zoekt men zijn ontspanning aan dek; bij slecht weer doet men dit in de verblijven of men licht te kooi. De accommodatie is uiteraard kleiner dan op een koopvaardijschip. Op een zeesleepboot heeft men nu eenmaal minder ruimte, maar de hutten en messrooms zijn modern en keurig afgewerkt. Voor luchtverversing heeft men een speciaal systeem, dat alle verblijven van verse lucht voorziet; en eind jaren vijftig waren er al zeesleepboten met airconditioning.
Onze driepersoons hut a/b van de sleepboot Clyde jan.1966
Links ben ikzelf, naast mij matr.o/g H.Schriemer en
dekjongen A.J. Bouwman.
Afscheids feestje van de bemanning aan kapitein W. Verschuur
(2e v.l.)
in de salon van de Clyde te New Orleans, mei 1966. Hij ging ons tijdens de
reis verlaten om de nieuwe sleepboot Rode Zee uit te halen, de bloemen
waren echt, die hadden de jongens geplukt uit een tuintje in New Orleans.
In de messroom van de Willem Barendsz zitten enkele
bemanningsleden aan het middagmaal
Ook zijn er goede douchegelegenheden aangebracht. Omdat een zeesleepboot vaak lang op zee verbleef, en maar kort in de haven lag werd het beddengoed en de kleding door de bemanning zelf gewassen in het washok, de oudere schepen nog met een wasmachine met wringer, en werd de was aan dek gedroogt, de modernere zeesleepboten van de jaren '60 hadden een wasmachine, cetrifuge en droger.
hier ben ik zelf, bezig met het ophangen van mijn was,
aan boord van de sleepboot Schelde te Curaçao, juli 1966.
Het gezegde aan boord was: "Niet schoon, wel fris"
ofwel "een Engels wit wassie"
Op een sleepboot zult u de
grote kombuizen van de lijnschepen missen, doch hier tegenover staat de kleine, maar
modern ingerichte en goed uitgeruste kombuis, zodat de kok toch in staat is een smakelijke
en uitgebreide maaltijd op tafel kan brengen.
Het verschil met een koopvaardijschip bestaat niet alleen uit het verschil in grootte. De
bemanning van een sleepboot is ook kleiner, gemiddeld varen niet meer dan 21 man aan boord
van de moderne zeeslepers.
De bemanning bestaat uit: Kapitein, 1e Stuurman, 2e Stuurman, Marconist, Hoofd
Werktuigkundige, 2e Wtk., 3e Wtk., Assistent Wtk., Kok, Bootsman, 3 Matrozen, 3 Matr.
onder de gage, 2 Olielieden, 1 Handlanger , Koksmaat en 2 Jongens. Naast de
sleepbootbemanning kennen we ook de "runners". Dit zijn matrozen, die aan boord
van de sleep verblijven voor regelmatige inspectie van de sleepverbinding en de sleep
zelf. En mocht de sleepdraad onverhoopt breken, dan kan de sleepverbinding zo spoedig
mogelijk worden hersteld door het overschieten of werpen van een lijn. Via een kleine
zend- en ontvang installatie staan de runners in verbinding met de sleepboot.
Rechts:Kok de Nijs en koksmaat Goes bezig met de maaltijd in de kombuis van de Jacob van Heemskerck
De runners aan boord van het werkeiland GEM. 108 welke in
1964 door de sleepboot
Willem Barendsz van Bordeaux naarPort Gentil, West Afrika werd versleept.
v.l.n.r.: G. van Wolveren, K. Kulk, E. Dijkhuizen en H. Bakker.
Op een sleepboot is het dus een klein brokje mannen, dat dikwijls staat voor moeilijke en verantwoordelijke taken. Vooral bij het verlenen van hulp aan in nood verkerende schepen en bij het slepen van logge en onhandelbare objecten, mag geen man aan boord van de sleepboot ongeschikt zijn voor zijn werk. Van hoog tot laag moet men op elkaar kunnen bouwen.
De Zwarte Zee (IV) langszij de 210.000 tons
Shell tanker Metula die op
9 aug. 1974 in Straat Magelhaen bij de ondiepte Satellite Patch aan
de grond liep en op 25 september 1974 door de Zwarte Zee (IV), de
Smit Salvor (ex Clyde) en de gecharterde Japanse sleepboot
North Sea werd vlotgetrokken
Rechts: Een dijk van water tussen de sleepboot Barendsz Zee en het Liberiaanse vrachtschip Marindi Jubani, welke aan de grond was gelopen op 22 mijl benoorden Cartagena (Columbia) sept.1967
Vandaar, dat de rederij en kapiteins de
grootste zorg besteden aan het kweken van een goede teamgeest. deze teamgeest ontbreekt
dan ook slechts bij uitzondering en dan nog voor zeer korte tijd, omdat mensen, die zich
niet willen aanpassen of niet geschikt zijn voor het werk, vriendelijk maar beslist aan de
wal worden gezet. Op een sleepboot kan men slechts "zeelieden" gebruiken. Het
werk van iemand, die op een sleepboot vaart, is over het algemeen verantwoordelijker dan
het werk van een matroos op een koopvaarder, want de sleepbootman moet zelfstandiger en
vooralfeilloos kunnen werken, daar bij één verkeerde handeling mensenlevens gemoeid
kunnen zijn. Er wordt dan ook vertrouwd, dat de matroos de hem opgedragen werkzaamheden
naar beste weten zal uitvoeren. De meeste kapiteins en stuurlieden van de zeesleepboten
zijn hun zeemansloopbaan begonnen als scheepsjongen.
De sleepboot Elbe gaat opnieuw
vastmaken nadat de eerste sleepverbinding met de Adrian Maris
bij windkracht 7 was gebroken. november 1964
Op het achterdek van de sleepboot Hudson zijn
enkele bemanningsleden
bezig met het vastmaken van de hulpeloze Liberty Esperance die met
ketelschade ronddreef in de Indische Oceaan, welke door een zuidwest-
moesson werd opgezweept in een kolkende zee, dus: één hand voor jezelf
en één hand voor het schip. De Liberty werd veilig afgeleverd in Colombo.