Het leven en werken aan boord
van een zeesleepboot 2
Toen de Mississippi in het begin van de jaren '60
naar de Persische Golf werd
gestuurd om stationsdienst te verrichten was de sleepboot als proef wit
geschilderd vanwege de extreme warmte aldaar. Echter niet van lange duur,
omdat het bijna onmogelijk was om het schip er toonbaar telaten uitzien.
Aan boord van een sleepboot wordt, wat betreft de dekdienst, wacht gelopen door een officier, een volmatroos en een lichtmatroos. Zodra een sleepboot de haven goed en wel verlaten heeft, de sleep zeeklaar gemaakt is en achter de sleepboot gevierd, wordt de wacht opgestoken (met de zeewacht begonnen). De officier van de wacht is dan ten alle tijden op de brug. Hij heeft twee matrozen in zijn wacht, die om beurten de roertorn waarnemen en het sleepgerei regelmatig controleren. De meeste schepen waren in die tijd al uitgerust met een autm. pilot, zodat er op volle zee niet gestuurd werd door de matroos van de wacht, echter bij slecht weer, ongeveer vanaf windkracht vijf als er gesleept werd , dan moest er met de hand gestuurd worden, en uiteraard op drukke scheepvaart routes.
Links roerganger matroos o.g. P.Duin a/b van de Utrecht
(ex Jean Bart) ,
rechts heeft matroos J. de Winter zijn roertorn a/b van de Zeeland.
Kapitein P.Langbroek zet de automatische pilot
van de Willem Barendsz op de juiste koers.
De wacht van 4 tot 8 uur 's morgens begint
om zes uur met dekwassen en zet daarna, na overleg met de stuurman welke werkzaamheden
gedaan zullen worden , de spullen klaar die de voormiddagwacht (dit is de wacht van 8 tot
12 uur 's morgens) voor haar taak nodig heeft.
Dit werk bestaat hoofdzakelijk uit het onderhoud van het schip (soppen, verfen, bikken,
enz.) maar ook voor een groot gedeelte uit schiemanswerk, (splitsen, knopen, takelen van
touwwerk en staaldraad).
Bij dit schiemanswerk speelt de vakbekwaamheid van de matroos een grote rol, daar deze
werkzaamheden bijna altijd zelfstandig uitgevoerd moeten worden. Het komt voor, dat het
sleepmateriaal, bestaande uit 18 tot 22 duims manillatrossen en zeer zware staaldraden, na
gebroken te zijn, gesplitst moeten worden. Hierbij is elke vrije man nodig om te helpen.
De 4-8 wacht begint om zes uur met
dekwassen a/b van de Elbe
Hier ben ik zelf met het scheepshondje "Skippy"a/b
van de Elbe
Rechts het onderhoud en schilderen van de achtermasten (rookkanalen) van de Gelderland tijdens de oversteek van het Panamakanaal-Australië met de HAM 208 in aug. 64
Het schilderen van de boeg gebeurde uiteraard in de haven.
Bootsman Bergwerff en de matrozen o.g. Boom en Voos
controleren de nylon
rekker op slijtage bij de kous. Het blijkt dat de
rekker na 6800 sleepmijlen
in het geheel geen slijtage heeft opgelopen.
Het splitsen van een voorloper a/b van de Groningen
Links:bootsman van Opzeeland en matroos van der Voort zetten
een
nieuwe bindsel op het oog van de sleepdraad. a/b Mississippi '69.
Rechts:stuurman Kleywegt bezig met het opknappen van de
werksloep a/b van de Witte Zee.
De motorsloep van de Jacob van Heemskerck wordt te water gelaten om
enkele opvarende over te zetten op de Newhill om voorbereidingen te
treffen voor de sleepverbinding.