Het leven en werken aan boord
van een zeesleepboot 3
De Utrecht (IV) (ex Jean Bart)
Zodra het uur van vertrek bekend is, maakt de 1e
werktuigkundige tezamen met zijn ondergeschikten de machines klaar. Alle hoofd- en
hulpwerktuigen worden zorgvuldig beproefd. Dit is noodzakelijk, want men weet wel wanneer
de machines worden aangezet, doch niet wanneer zij weer worden gestopt. Tijdens de reis,
wanneer men slepende is, is het onmogelijk de machines te stoppen. Er rust dan ook een
grote verantwoordelijkheid op degenen , die deze werktuigen bedienen. Nadat de 1e wtk. overtuigd is, dat alles goed functioneerd, wordt
de telegraaf enige malen overgehaald en dat is voor dekapitein het teken : de machine is
bedrijfsklaar. Kort voor vertrek zet de kapitein de telegraaf op stop en dit betekend ,
dat één der werktuigkundigen zijn plaats in moet nemen bij de bedienings- of
manoeuvreerstand om onmiddelijk de commando's van de brug uit te voeren, die de telegraaf
aangeeft : volle kracht, halve kracht of langzaam, hetzij voor- of achteruit.
Rechts op de foto: 1e wtk. E.H. Mengerink en een medewerker aan de manoeuvreerstand van de
Utrecht
Is het schip eenmaal in open zee , dan
regeld de 1e wtk. volgens afspraak met de kapitein de hoofdmotoren en hulpmotoren die hij
wil laten bijstaan. Is alles geregeld wat hoofd- en hulpwerktuigen betreft, dan wordt de
wacht ingedeeld.
De eerste wachten kort na vertrek zijn wel de moeilijkste, daar extra aandacht moet worden
besteed aan die onderdelen, die zijn gerepareerd of vernieuwd. De wtk. van de wacht loopt
zijn rondjes en controleerd alles dat draait of in beweging is. Hij wordt bijgestaan door
een assistent- of leerlingmachinist, die meestal na enkele reizen al zo goed is
ingeburgerd en vertrouwd met de instrumenten, dat hij de zorg van de wtk van de wacht al
veel kan verlichten. De olieman zorgt ervoor, dat alle draaiende en bewegende delen
op tijd gesmeerd worden en dat alles goed wordt schoon gehouden. Aan dit schoonhouden
wordt meestal door allen, van welke rang ook, meegewerkt, omdat het machinekamerpersoneel
de machinekamer als een heiligdom beschouwd.
Olieman L.W. Lemmens bij één van de
hoofdmotoren van de Utrecht (IV)
De motoren van de Elbe met op de voorgrond de
manoeuvreerstand
2e Wtk. Houweling aan het controlepaneel van de Rode Zee
(V)
2e Wtk. van Embden aan de draaibank a/b van de Witte Zee
(III)
De Utrecht (IV)met het booreiland Storm Drill op sleeptouw.